BIM; een uitdaging voor 2012

Wij zijn ervan overtuigd dat je steeds naar nieuwe wegen moet zoeken om je opdrachtgevers zo goed mogelijk van dienst te zijn. Steeds weer streven naar meerwaarde; nog betere kwaliteit, kennis delen, goede procesbeheersing, betere samenwerking met bouwpartners en zo mogelijk tegen een lagere kostprijs.
Werken met BIM kan daar een goede bijdrage aan leveren.


Wat is eigenlijk BIM
BIM staat voor Bouw Informatie Model.
In de fase waarin opdrachtgevers en toekomstige gebruikers geïnformeerd moeten worden, kunnen zij het bouwwerk en de omgeving driedimensionaal beleven; het gaat echt leven. Zij kunnen door het gebouw en in de nabij gelegen omgeving ‘lopen”.

BIM is meer dan een mooi plaatje
BIM is een nieuw communicatiemiddel.
BIM is een centraal informatiemodel: eenduidigheid, efficiënt en voorkomt faalkosten.
En alleen om die reden al moet je open staan voor deze manier van werken!

De basisgedachte van BIM is namelijk dat er één centraal informatiemodel is, waarin alle informatie over een gebouw wordt vastgelegd. Alle disciplines die bij het ontwerp, de uitvoering en het gebruik van het gebouw zijn betrokken werken dan binnen dat ene model.
Dat betekent dat alle informatie eenduidig op één plaats aanwezig is. Er kunnen dus geen misverstanden ontstaan of verschillende definities van bouwdelen. Dat voorkomt fouten en langs elkaar heen werken.


BIM vermindert dus faalkosten.
Het is toch te gek dat de helft van de faalkosten voort komt uit tekeningen die op zich kloppen, maar onderling strijdig zijn. Dit soort verspilling moet je voorkomen.

BIM staat nog in de kinderschoenen; dit komt omdat het toepassen van BIM grote investeringen vraagt in hardware en software, maar bovenal een andere manier van denken. Processen binnen een organisatie wijzigen.




BIM vraagt pioniers; in 2012 gaan wij onze kennis verder uitdiepen, met gedrevenheid en enthousiasme om te blijven innoveren en in de overtuiging dat BIM economisch rendement oplevert voor alle betrokkenen in het ontwerp- en bouwproces.


Maarten Simonis
[Senior-projectleider/BIM-coördinator]

Een leven na dit leven

Over een voormalige kerk die weer een betekenis heeft voor de gemeenschap.

“In Duitsland is de laatste jaren een klein aantal kerken succesvol als columbarium (verzamel- en bewaarplaats van urnen) ingericht, soms met behoud van de kerkelijke functie. Ruimtelijke ingrepen zijn vrijwel niet nodig. In Nederland zijn er voor zover bekend nog geen uitgevoerde projecten. Als eerste zal de Bernadettekerk in Sittard als columbarium en mortuarium worden ingericht”, aldus de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Ook de Bernadettekerk in Sittard (Limburg) moest sluiten. De kerk die nog steeds een belangrijke plek inneemt binnen de parochie wilde men niet verloren laten gaan. Een nieuwe functie voor de vrijgekomen kerk vinden is echter geen eenvoudige opgave. Kerkgebouwen zijn nl. niet gebouwd als economisch goed. Voorop stond echter voor het Kerkbestuur dat de herbestemming moest passen binnen de wensen van het Kerkbestuur en bij voorkeur een nieuwe religieuze functie moest krijgen.
Contacten zijn gelegd met mogelijk geïnteresseerde partners, waarbij uiteraard de exploitatie van het gebouw misschien wel het belangrijkste aspect vormde.

Grabeskirche Aachen
Met als voorbeeld “Die Grabeskirche St. Josef” in Aken was men het er snel over eens om een “overdekte” (urnen)begraafplaats te creëren.
Op deze manier vinden bezoekers in een beschermde omgeving, onafhankelijk van weersinvloeden, een plaats van rust voor herdenking, herinnering en bezinning.

Mooie combinatie
Een urnenbegraafplaats alleen bleek echter financieel gezien geen haalbare kaart.
Door een geïnteresseerd uitvaartcentrum erbij te betrekken bleek de exploitatie op termijn wel haalbaar. Deze unieke combinatie zorgt ervoor dat de Bernadettekerk weer een functie krijgt voor de gemeenschap waarbij bij deze herbestemming het kerkelijke aspect niet verloren gaat.

Ongeacht geloofsovertuiging
In de Bernadettekerk is er uiteindelijk plaats voor 1600 tot 1700 urnen en deze zijn niet alleen bedoeld voor de as van katholieken, maar van iedereen. De urnenzuilen worden door architect en kunstenaar vormgegeven. Ook het orgel van de voormalige kerk, die 40 jaar geleden door de jeugd gesponsord is krijgt weer een mooi plaatsje.
Een ereplek wordt gereserveerd voor het moderne kunstwerk van Libert Ramaekers, met als passende titel ‘Weg naar leven en dood’.

Zo zorgt een doordacht plan, met inzet van alle betrokkenen er uiteindelijk voor dat het kerkgebouw niet behoeft te worden gesloopt en een Nieuw leven krijgt na dit leven.

Jos Smits
[senior-projectleider]

Energy makes free

Op dit moment zitten we midden in een enorme crisis. Een bankencrisis, een landencrisis. Volgens mij een systeemcrisis.
Geschiedenisboeken staan er vol van en toch schijnen we er zelfs op het hoogste niveau niet de vinger achter te krijgen. Toch is het simpel, heel simpel: elke crisis is het gevolg van meer uitgaven dan opbrengsten. Zo ook de onze: er is veel meer uitgegeven dan wat er aan toegevoegde waarde is geleverd.
Door het oprekken van het financiële systeem is de onderliggende waarde voor het financieren van de uitgaven terecht gekomen bij vastgoed en waardepapieren in plaats van bij toegevoegde waarde. Door de positieve emotie is de virtuele waarde van vastgoed en waardepapieren tot grote hoogte gestegen en daarmee de financieringen en dus de uitgaven.
Zo simpel is het!

Nu komen wij langzaam weer met de pootjes op aarde en mogen de waardecreateurs het gelach betalen. Het duurt nog wel even voordat er voldoende reële waarde is gecreëerd om de schulden in te lossen.

Ruimte voor innovatie
Het mooie van dit alles is dat er nu ruimte ontstaat voor innovatie, voor ontwikkeling van exploitatieconcepten die deel zullen uitmaken van een nieuw systeem waarin de rol van de gemeenschappen centraal zal staan.
Het einde van het centralisme is nabij, door de ontwikkelingen in de techniek wordt het mogelijk om als individu alle diensten en producten te organiseren. De buurtwinkel, in ons concept de Burenmarkt, zal zijn herintrede maken om vervolgens nooit meer te verdwijnen.


Wijk weer centraal
De techniek zal weldra in staat zijn om plaatselijk meer dan voldoende energie op te vangen om aan de locale behoefte te voldoen. Kleine plaatselijke energieopwekkers zoals biomassa installaties en windturbines zullen op buurt en wijkniveau zorg dragen voor de opvang van piekmomenten of aanvullende behoeftes.



Er zullen private en wijkgebonden energiebedrijven ontstaan!
Het overschot aan plaatselijke energie kan vervolgens via de geoptimaliseerde bestaande infrastructuur worden herverdeeld.
Denk in dit verband niet alleen aan de nu reeds toegepaste techniek om stroom opgewekt via zonnecellen terug te leveren aan het net. Maar bijvoorbeeld ook aan het lokaal opvangen van zonne-energie die omgezet wordt in waterstof via een brandstofcel. Een deel van deze waterstof wordt in de elektrische auto gebruikt voor vervoer en het overschot aan waterstof wordt vervolgens via ons, geoptimaliseerde, gasleidingensysteem herverdeeld en vervolgens plaatselijk weer ergens omgezet in elektriciteit en water.

Nieuwe waarden
Omdat de hoeveelheid lokale energie de vraag plaatselijk ruim zal ontstijgen kan energie ook voor de minderbedeelden onder ons geleverd worden zonder dat daar een vergoeding in geld tegenover staat. Het verdienmodel zal er anders uit zien. Het gaat namelijk ook hier weer om
toegevoegde waarde.
Denk bijvoorbeeld aan internet, dat tegenwoordig in ruime mate gratis voorhanden is. Hierdoor komt kennis bij iedereen terecht en bestaan geheimen niet meer. Plotseling ontstaan er bedrijven en beroepen die 10 jaar geleden nog niet bestonden, ontstaan er kansen voor de kanslozen. Mensen van wie we het nooit gedacht hadden worden succesvolle ondernemers.

Ontwikkelingen in de techniek maken het mogelijk om de hele wereld als producent te koppelen aan de individuele consument, de straat, de buurt en de wijk. Het stelt ons in staat om 24 uur in contact te zijn met elkaar, in beeld en geluid. De 3e industriële revolutie is een feit, we zitten er midden in!

Door de transformatie van ons energiesysteem van centraal naar lokaal en de herverdeling via een smartgrid zal zich een parallelle ontwikkeling manifesteren die samen met het internet de nieuwe backbone van de samenleving wordt. Een duurzame samenleving.

Met dank aan de crisis!

Joop Petit
[architect/innovator]

Rust(eloos)

De wereld verandert in uitermate hoog tempo, de ene crisis volgt op de andere en vaste waarden lijken verloren. Vergrijzing, ontvolking, leegstand. Het houdt niet op.
Alleen de internet verkopen gaan hier tegenin. Jong en oud, een snel groeiend deel van de bevolking koopt diensten en producten via het internet.
Deze ontwikkeling is een duurzame: de relatie tussen producent en consument wordt aangehaald en uitgebouwd. Distributiebedrijven ontdekken deze markt ook.
Daarmee komt de ontwikkeling van binnenstedelijke dagranddistributie (vóór en na de spits) op nu nog onbekende adressen op gang. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het beleveren van de garagebox die wordt omgedoopt tot mini distributiecentrum.
Het grote probleem is hierbij het geluid voor de omwonenden, het geluid van laden en lossen. Een geluid dat nieuw is voor de omwonenden.


Om dit geluid te reduceren hebben wij een IFD dockshelter ontwikkeld.
Een uitklapbare shelter die we Silent Loading Dock (SLD) hebben gedoopt.
Bij toepassing van de SLD kan een aanzienlijke geluidsreductie worden gerealiseerd tijdens de laad- en losactiviteiten!



De SLD kan overal in stedelijke situaties worden toegepast omdat hij helemaal ingeklapt wordt nadat de vervoerder is vertrokken. Het is zelfs mogelijk om de SLD toe te passen in tijdelijke situaties.

Daarmee zorgt de SLD voor rust in een omgeving waar bewoners rusteloos dreigen te worden!



Joop Petit [architect/innovator]

Een maatschappij (z)onder hoogspanning

Recent is in het nieuws geweest dat onze minister Verhagen, netbeheerder TenneT gaat steunen in hun besluit om woningen onder hoogspanningsmasten, uit te kopen.
Helaas gaat dat straks uit onze portemonnee, want Tennet mag 3500 huizen voor een bedrag van meer dan een half miljard Euro, in rekening brengen bij de rest van nederland.


Een opmerkelijke ontwikkeling, eerst wordt een collectief goed zijnde de electriciteitsvoorziening in Nederland geprivatiseerd om vervolgens de kosten die gemoeid zijn met het voorkomen van claims op de maatschappij af te wentelen.

Het is absurd dat er zo kortzichtig wordt gekeken naar de bovenstaande problematiek. Het komt er op neer dat we niet de oorzaak maar het gevolg saneren. De omgedraaide werkelijkheid!

Maar het kan ook anders: als we de bovengrondse afgeschreven bergen ijzer vervangen door hitech kabels die we ondergronds plaatsen komt kostbare ruimte vrij voor ontwikkeling.
Daarmee wordt naast de mogelijke oorzaak van gezondheidsproblemen de visuele horizonvervuiling vervangen door kwalitatief hoogwaardige ruimtelijke ontwikkeling die tevens de financiële drager is.

En daar wordt onze maatschappij integraal beter van!

http://www.zonderhoogspanning.nl/

Ir. Joop Petit
[architect/innovator]

Online inkopen en de OS Box

Zoals ondertussen miljoenen lotgenoten doe ook ik regelmatig inkopen via het internet.
Waar vroeger inkooporganisaties voor ons bepaalden wat er op de schappen van de winkels lag zijn het nu ondernemende bedrijven die hun eigen markten benaderen en zich via het wereld wijde web laten vinden door hun klanten.
Inkoopvoordelen die de grote inkooporganisaties hadden doordat ze hun wil aan de producenten konden opleggen verdwijnen met rasse schreden omdat de producenten zelf leveren aan hun klanten. Zo kopen wij bijvoorbeeld allerhande verse producten bij een biologische boerderij in Italië. Direct van het land, verser dan vers. En in een handomdraai op tafel.
Omdat de hele tussenhandel in deze relatie niet meer bestaat is de prijs kwaliteit verhouding fantastisch. En ja, ook het milieu vaart er wel bij. Er is maar 1 maal sprake van transport: van producent naar consument. En dat ziet er in de reguliere retail wereld wel anders uit!

Het enige probleem dat zich nu voordoet is dat onze brievenbus niet toegericht is op de levering van exorbitante maten. Er moet dus altijd iemand thuis zijn om de levering in ontvangst te nemen. Voor een gemiddeld tweeverdieners gezin is dit problematisch.

Om van online shopping een echt succes te maken, en daarmee de wereld een duurzaam plezier te doen, is het noodzakelijk dat er een oplossing komt voor uniform vervoer en de aflevering van het aangekochte.
In mijn optiek dient dat als het ware een doos, een online shopping box, te zijn, die vergelijkbaar met de kratten voor flessen of zeecontainers, min of meer uniform gebruikt kan worden voor het vervoer van allerhande producten van producent naar consument.



En net zoals iedere zeecontainer op een trailer past, past de beoogde O(nline) S(hopping) box in een frame dat gemonteerd kan worden in de gevel of in een pui van een woning.

In deze studie zijn wij op zoek gegaan naar een integrale oplossing waarbij het distributie concept faciliterend werkt voor het principe van online shopping. De randvoorwaarden die hiermee gevormd worden zijn de kaders waarbinnen de fysieke ontwikkeling van de OS BOX gestalte krijgt. Zie de whitepaper over het onderzoek
http://www.satijnplus.nl/page.aspx?id=112
Nu deze eerste verkenning is afgerond nodigen wij van harte partijen uit die samen met ons de OS BOX tot een algemeen geaccepteerd distributie concept kunnen maken.

Doet u mee?

Ir. Joop Petit
[architect/innovator]


OP EEN BIJZONDERE MANIER KIJKEN NAAR MONUMENTAAL MAASTRICHT

Op zondag 10 juli 2011 om 15.00 uur vindt de vernissage plaats van een bijzondere fototentoonstelling “binnen Maastricht” in de boekhandel Selexyz dominicanen te Maastricht. De foto’s zijn genomen door Angelina Valleau, met een door haar gebouwde gaatjescamera, wellicht beter bekend als de camera obscura in de schilderkunst. Het is een camera die geen objectief gebruikt en waarbij het geen zin heeft om scherp te stellen. Hierdoor ontstaat een hele bijzondere sfeer!

Angelina Valleau (1971), opgegroeid in het Franse Bordeaux is verknocht aan monumenten. Na Bordeaux is Maastricht, de tweede monumentenstad van Nederland, haar nieuwe thuishaven geworden. In het dagelijkse leven is Angelina bouwkundig tekenaar, werkzaam aan restauratieprojecten bij SATIJNplus Architecten in Born. In haar vrije tijd wandelt ze zo vaak als ze kan door Maastricht en probeert ze haar passie voor oude gebouwen op een bijzondere manier vast te leggen.

Een tijdlang heeft zij de stad op verschillende fotografische manieren benaderd, maar voor haar gevoel nam ze onvoldoende afstand. Geïnspireerd door het werk van Eugène Atget over de stad Parijs, heeft zij een nieuwe vorm gekozen en wel de ‘gaatjescamera’. Door de gaatjescamera neemt zij meer afstand tot de stad en komt zij tot een resultaat dat menigeen doet verbazen.

Tijdens de opening op zondag 10 juli a.s. zal architect ir. Rob Brouwers van SATIJNplus Architecten, een inleiding verzorgen over monumentaal Maastricht en de bijzondere esthetische benadering van de monumenten door deze gekozen wijze van fotograferen.
Carlo Valkenborgh, fotograaf uit Hasselt, legt de toehoorder uit over de technische aspecten die gepaard gaan met de fotografische techniek die Angelina gebruikt heeft.
Na deze uitleg kan de bezoeker genieten van de foto’s van monumentaal Maastricht.
De foto-expositie loopt van 10 juli 2011 tot eind augustus 2011 in Selexyz dominicanen Maastricht, Dominicanerkerkstraat 1 (dichtbij het Vrijthof).




Lilian Zeekaf-Verblakt
Communicatie PR & Marketing

Samen bouwstenen leggen

De “Spoorkolonie” in Sittard, of zoals ze in Sittard zeggen de “Sjpoarkolonie” bestaat uit 56 sociale huurwoningen, gebouwd in de jaren twintig van de vorige eeuw als tuindorp voor het spoorwegpersoneel. Vanwege de karakteristieke uitstraling van de woningen en de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht worden de bestaande gevels en het stedenbouwkundig ensemble bewaard. Woningcorporatie ZO Wonen gaat de woningen zorgvuldig revitaliseren, zodat deze behouden blijven voor de toekomst.
Bovendien is besloten om in de planontwikkeling de bewoners en betrokken partijen nadrukkelijk te betrekken, zodat in gezamenlijkheid de bouwstenen gelegd worden voor de toekomst.

Brainstormen
Onlangs heeft in Sittard een zeer positieve bewonersavond plaatsgevonden. Een creatieve, interactieve sessie onder leiding van ons bureau zorgde voor de nodige bouwstenen om het definitieve inrichtingsvoorstel rond te maken.

Ondergetekende heeft op basis van nieuwe ideeën en inzichten vanuit bewoners en ZO Wonen de haalbaarheidsstudie die in december 2010 aan de bewoners van de Spoorkolonie is gepresenteerd, uitgebreid met een aantal varianten. Deze varianten gaan o.a. in op het verzoek van bewoners om te onderzoeken of het samenvoegen van twee woningen in de breedte tot de mogelijkheden behoort, conform de succesvolle renovatie van het Boostenwijkje in Maastricht.

Varianten
Tevens is gekeken naar een optimalisatie van de invulling van het achterterrein met groen en parkeren. Dit heeft geleid tot een aantal varianten van woningtypes die geschikt zouden kunnen zijn voor de invulling van nieuwbouw, op basis van de wensen van de bewoners, achter de bestaande voorgevel van de Spoorkolonie.
ZO Wonen heeft samen met de bewoners gekeken welke variant(en) voor de nieuwe invulling van de Spoorkolonie de voorkeur heeft en op welke manier een optimaal inrichtingsvoorstel tot stand kan komen dat door zowel de bewoners als ZO Wonen gedragen wordt.

Bouwstenen
Tijdens de interactieve avond hebben de bewoners actief geparticipeerd en hun toekomstvisie voor de buurt kenbaar gemaakt. Met deze inbreng zijn de bouwstenen gelegd voor de architect om verder te werken aan een gezamenlijk gedragen inrichtingsvoorstel dat vervolgens als voorgenomen besluit aan het “Bewonerscomité 56 huizen” kan worden voorgelegd. Daarna zal een besluit genomen kunnen worden over de nieuwe inrichting van de Spoorkolonie.
Een boeiend en waardevol proces waarvan wij overtuigd zijn van het gezamenlijke succes!

Harold Janssen
architect/specialist renovatie & transformatie

DBFMO, uitgelezen kans voor DE architect

"Een architect zou niet zonder omzien in een DBFMO-traject moeten stappen. Dat zegt Joost Berger van MAS Architectuur, die als architect bij het nieuwe belastingkantoor in Doetinchem betrokken was. De financiële opbrengsten zijn volgens hem gering en de rol van de architect op zijn minst onduidelijk."

Bij het lezen van bovenstaande kop schoten mij enkele zaken door het hoofd. Moet je niet altijd alert zijn en dus nooit ergens zomaar instappen? Zijn financiële opbrengsten niet het resultaat van baten minus kosten? En is de rol van de architect heden ten dagen niet op zijn minst voor velerlei invulling vatbaar?
Onzekerheden
Laten we beginnen bij het begin. In de tijd waarin we leven blijken er levensgrote risico’s te zitten aan producten en processen die we niet voor mogelijk hielden. Zelfs landen gaan failliet! Daarnaast draait de wereld alsmaar sneller waardoor de onzekerheid in het kwadraat toeneemt. Ik doel onder andere op de levenscycli van exploitaties welke uiteindelijk via rendement de lasten op moeten brengen die samenhangen met het “bewoonde” vastgoed. Door de toename van deze onzekerheden nemen dus ook de onzekerheden met betrekking tot de financiering en exploitatie van vastgoed toe. Een mammoet tanker komt tot stilstand. En het vergt absoluut meer energie en innovativiteit om deze weer vlot te trekken!

Nieuwe vormen
Met name de overheid ziet in de DBFMO of afgeleide concepten zoals DBM en DBMO een mogelijkheid om de risico’s die samenhangen met de initiatief (D) en realisatie (B) fasen via de exploitatie (M e/o O) neer te leggen bij de consortium leden van het eerste uur.
In plat Nederlands: Degene die zijn hand brand zit later op de blaren.
Dit is een fantastische benadering die veel kansen biedt. Met name ook voor architecten!

Waarom? Omdat in een dergelijk proces alle disciplines samenkomen die nodig zijn om de gehele levenscyclus van de opstal te faciliteren.
En een ding is zeker: er wordt gedurende de gehele levenscyclus gewijzigd aan de opstal. Centraal dient in het proces dan ook te staan het faciliteren van wijzigingen en niet het proberen vast te leggen van het eindproduct. In een dergelijk proces is de ruimtelijke consequentie continu gebied van aandacht en daarmee cruciaal. En dat is nu precies het vak van de architect.

Integrale rol architect
Natuurlijk dient de rol van de architect in een dergelijk consortium gedefinieerd te worden. Een rol die in de initiatief fase prominenter zal zijn dan in de uitvoeringsfase en later. Maar dat geldt ook voor de andere leden. De facilitaire partner, die in de gebruiksfase het meest in beeld is en de uitvoerende bedrijven die in de realisatiefase het nadruklelijkst aanwezig zijn. Doch alle partijen blijven als consortium leden betrokken en dienen hun verantwoordelijkheden te nemen.
En voor alle partijen geldt dat ze enigszins onwennig staan tegenover deze wijze van organiseren.
Het zou goed zijn als de architecten zelf een duidelijk beeld hebben van hun integrale rol zodat zij die positie ook kunnen opeisen.

Met een duidelijke rol is het dan ook niet zo moeilijk meer om goede afspraken te maken over de honorering van de werkzaamheden en een vergoeding voor de te nemen risico’s. Denk daarbij ook aan andere betalingsmoduliteiten zoals een percentage van het rendement tijdens de gebruiksfase.

Kansen grijpen
Samengevat: DBFMO of afgeleide vormen bieden uitstekende kansen voor ondernemende integraal werkende architecten die de juiste partners om zich heen verzamelen om op basis van competenties, transparantie en partnership te komen tot daadkrachtige consortia.


Joop Petit [architect/innovator]

Inleven als competentie?

Met belangstelling het blog van Bas Lieker, partner bij Heren 5 architecten gelezen, via de architect.nl
Voor mij roept dit soort stellingen direct de vraag op of het zo moet zijn dat een goede architectonische visie als antwoord op een vraagstelling alleen maar mogelijk lijkt als je het zelf proefondervindelijk ondergaat. Dat denk ik dus niet. Het gevaar hiervan, ervaringsdeskundige, schuilt in het feit dat de details te individueel vertaald worden en dus niet meer uitgaan van een gemeenschappelijke deler oftewel een hoger dienend belang.

De opgave ligt verscholen in het feit dat je als architect/ontwerper je creativiteit dient in te zetten op de accenten waar het uiteindelijk om zou moeten gaan en met name in de zorg is mijns inziens niet de architectonische uitstraling het belangrijkst.

Luisteren en spiegelen
De kennis over dit onderwerp kun je opdoen door in vele gesprekken goed te luisteren én te spiegelen met verschillende ervaringsdeskundigen uit diverse geledingen van cliënt tot verzorgende. Dit neemt overigens niet weg dat de uitstraling van een ontwerp bij een dergelijk "inlevingsproces" ondergeschikt wordt.

Bezwaarlijk is dat bijvoorbeeld bij het winnende ontwerp voor de Hedy d’Ancona prijs (Revalidatiecentrum Groot Klimmendaal) op grond van verkeerde argumenten dit project als winnaar is aangewezen, hetgeen verduidelijkt wordt aan de hand van de wisselvallige uitslagen binnen het jury-rapport. Gaat het bij een ontwerp binnen de zorg primair om wat vormgevers van deze tijd als “beste” of “mooiste” kwalificeren, of zou het om de wijze van invulling van het zorgvraagstuk moeten gaan welk uiteindelijk ook tot een bijzonder beeld kan leiden?

Evenwichtig goed ontwerp
Ik vind dat de jury in dit geval behoorlijk haar doel voorbij is geschoten, zonder daarmee dit project van Koen van Velsen
te willen diskwalificeren. Vanuit mijn architectuurbril gekeken vind ik het een spraakmakend ontwerp! Als zorgproject heb ik er echter heel wat kanttekeningen bij. De architect zou mijns inziens zijn creativiteit moeten inzetten waar die voor gevraagd wordt en niet waarvan hijzelf vindt dat die gebruikt voor zou moeten worden. De beschikking over zelfbeheersing en zelfkennis is onontbeerlijk om uiteindelijk te komen tot een evenwichtig goed ontwerp.

Ir. Leo Petit
Architect/specialisme “zorg en wonen”

Hoe kies je de beste architect?

Het selecteren van een architect is iets bijzonders.
Het is iets anders dan het inkopen van een product. Het is niet alleen een technische, maar ook een culturele opgave. Het gaat om ‘zachte’ aspecten als esthetiek en een ‘klik’ tussen opdrachtgever en architect.

Voor vele opdrachtgevers is het geen dagelijkse kost. Men kan adviseurs inhuren, maar vaak leidt onervarenheid tot een insteek geregeerd door angst. Dat resulteert in procedures die gekenmerkt worden door (te) hoge eisen, afstandelijkheid, risico’s indekken en taai juridisch en technisch jargon. De opdrachtgever én de architect worden hier beiden niet vrolijk van.
Het lijkt wel of aanbesteders uit angst iets verkeerd te doen bij voorbaat al zeven kleuren stront schijten”, aldus Ernstjan Cornelis van collegabureau Atelier Pro.


Het kan ook anders!
Een goede architectenselectie is geen zuiver papieren procedure, het is mensenwerk. Het gaat om de speurtocht naar de ‘klik’.
Het begint met ambitie. Als opdrachtgever moet je vooraf duidelijk formuleren wat je wilt en hoe je dat wilt. Iedere procedure is maatwerk, toegesneden op de vraag van de opdrachtgever én de potentie in de architectenbranche. Er zijn goede manieren om architecten te leren kennen; de vraag- en antwoordrondes, locatiebezoeken, dialoogronden en presentaties.

Het selecteren van de meest geschikte architect draait om professionaliteit, zowel van de aanbesteder als de architectenbureaus die aan de procedure deelnemen. Vanuit deze professionaliteit moeten de betrokken partijen verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag in procedures en erop kunnen vertrouwen dat de ander deze ook neemt.
Een goede architectenselectie is mogelijk, ook binnen de Europese kaders!


Steunpunt Architectuuropdrachten
Het Steunpunt Architectuuropdrachten, onderdeel van Architectuur Lokaal, biedt (niet commerciële) ondersteuning aan iedereen die een architectenselectie moet uitschrijven. Je kunt gebruik maken van een digitale standaard (KOMPAS light) of je kunt je reeds uitgeschreven aanbesteding door het Steunpunt laten toetsen. Lees meer op:
http://www.ontwerpwedstrijden.nl/

Lilian Zeekaf-Verblakt
Communicatie PR & Marketing

Bron: Uitgave “Best Practices architectenselectie ZO KAN HET OOK!” van het Steunpunt Architectuuropdrachten ontwerpwedstrijden.

Washington D.C. in search of inspiration

Voor het New Communities Initiative, de revitalisatie van een aantal woonwijken in Washington D.C., is de locale overheid op zoek innovatieve adviseurs op het gebied van landschap, stedenbouw, architectuur en duurzame techniek, die het verkokerde Amerikaanse denken op inspirerende wijze kunnen openbreken en verder brengen dan tot nu toe het geval is.

The Deputy Mayor for Planning and Economic Development van Washington D.C. heeft daarvoor zijn blik gericht naar Nederland dat niet alleen een lange en rijke traditie heeft op het gebied van volkshuisvesting, maar ook actief is  met de implementatie van een duurzame aanpak in deze sector. 

De Nederlandse Ambassade in Washington D.C. heeft daartoe een gesprek georganiseerd tussen Brandon Mitchell, de project manager uit Washington DC., Henk Ovink, directeur RO en wnd. directeur-generaal van VROM en enkele gerenommeerde Nederlandse ontwerp- en adviesbureaus.

De interesse voor daadwerkelijke participatie van Nederlandse zijde is groot. Het gesprek zal op korte termijn een vervolg krijgen in de vorm van een missie, waardoor ter plaatse concrete contacten kunnen worden gelegd met de locale overheid, opdrachtgevers, beleggers, bewoners-vertegenwoordigers en locale partners.

Wij zijn geïntrigeerd en blijven betrokken. Het is een uitdaging om te fungeren als “eyeopener”; de “Americain way of thinking” te verbreden en mogelijk samen een mooie maar vooral een duurzame leefomgeving te creëren in het land van onbegrensde mogelijkheden.

Rob Brouwers [architect/directielid]

Een tijdelijk hotel, voor een tijdelijke vraag

Samen met gerenommeerde partners hebben wij gewerkt aan een visie op ruimtelijke oplossingen voor grootschalige (tijdelijke) evenementen.
Denk daarbij bijvoorbeeld aan de Olympische spelen of voetbal kampioenschappen. Voor zo’n evenement worden enorme investeringen gedaan met de daarbij behorende ruimtelijke impact.


Barcelona 1992
Laten we eens kijken naar de Olympische spelen in Barcelona in 1992. Destijds werd er een hele wijk gebouwd en de relatie tussen de stad en de middellandse zee hersteld door onder andere de ringweg verdiept aan te leggen. Een groot deel van de gerealiseerde wijk werd tijdens de spelen als Olympisch dorp gebruikt en is heden ten dage een woonwijk die voornamelijk uit appartementen bestaat. Andere voorzieningen zoals de stadions zijn nu onderdeel van het voorzieningen aanbod van de stad. Met name de Olympische schoonspring toren heeft een adembenemend uitzicht over de stad daar deze op de heling van de Montjuic is gelegen. De stad heeft zich enorm ontwikkeld.

Flexibiliteit
De vraag die wij ons stellen is of de impact van het alsmaar groeiende Olympische evenement nog wel gedragen kan worden door de faciliterende stad waarbij in ogenschouw genomen dient te worden dat de sociaal maatschappelijke en economische ontwikkelingen juist vragen om flexibiliteit in de gebouwde omgeving.
Wij denken dat de stad het evenement op den duur niet meer kan overleven als er niet op een andere wijze mee omgegaan zal worden. Evenementen zijn tijdelijk en de bovenstedelijke impact zal dan ook met tijdelijke middelen en maatregelen dienen te worden gefaciliteerd.



Duurzaam concept
Zie hier de basis voor de ontwikkeling van een tijdelijk duurzaam hotelconcept.
Uitgangspunt is een levensduur van 15 jaar waarbinnen het hotel 2 maal verplaatst wordt.
De bouwtijd bedraagt circa 4 maanden zodat te elfder uren nog accommodatie aan het voorhanden zijnde areaal kan worden toegevoegd. Hiermee kan als het ware ‘just in time’ worden gereageerd op de vraag uit de markt naar overnachtingsmogelijkheden.
Het hotel wordt gebouwd in wat later de openbare ruimte zal worden. Het verdwijnt immers naar het volgende evenement. Hierdoor is de stedenbouwkundige impact ondergeschikt en kunnen procedures vlot worden doorlopen.




Exploitatie
Vanuit de exploitatie, in relatie tot bijvoorbeeld de Olympische spelen, is de gedachte dat een dergelijk accommodatie in eerste instantie plaats biedt aan bedrijven die zich bezig houden met de organisatie en realisatie van het evenement. Vervolgens maakt een dergelijke accommodatie onderdeel uit van het Olympisch dorp of wordt het toegevoegd aan de hotel- faciliteiten die reeds voorradig zijn in de stad. Tot slot wordt het tijdelijk hotel gebruikt door bedrijven die zich bezighouden met de afwikkeling van het Olympische evenement en de afbouw van de stedelijke context.
Daarna wordt het tijdelijke hotel verplaatst naar het volgende evenement.
Aan het einde van de levensduur, na 15 jaar, worden de separate onderdelen hergebruikt in wellicht een andere samenstelling. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan grote bouwprojecten waar tijdelijke bouwdorpen de benodigde arbeiders onderdak bieden.

Door op dergelijke wijze om te gaan met de ruimtelijke consequentie van een grootschalig evenement wordt het mogelijk juist een positieve bijdrage te leveren aan de ruimtelijke ontwikkeling van de stedelijke omgeving zonder dat daarbij vooraf het grote (stedenbouwkundige) plan helemaal dicht getimmerd wordt. In een snel veranderende samenleving zoals de onze een must!





















Techniek
Maar nu natuurlijk nog de technische uitwerking.
In samenwerking met
De Boer Structures, CUBI furniture en Koninklijke BAM hebben we de competenties samengebracht voor de ontwikkeling, de realisatie en de exploitatie van het tijdelijke hotel. Dit alles onder de noemer van een consortium.
Op hoofdlijnen bestaat het tijdelijke gebouw uit een semipermanente aluminium structuur waarin door middel van flexibele scheidingswanden ruimtes gecreëerd worden. Dit kunnen naast hotelkamers natuurlijk ook de lobby, het restaurant en vergaderruimtes zijn. De indeling kan vrijelijk aangepast worden aan de vraag. Zelfs tijdens de duur van het evenement!
Om van de kleine kamers hotelkamers te maken worden Qubi’s geplaats. Dit zijn kant- en klare technische units, waarin naast technische voorzieningen en het sanitair ook het bed is geïntegreerd. Alle onderdelen, ook de installatie technische, zijn geprefabriceerd waardoor de bouwsnelheid geoptimaliseerd is. Daarnaast faciliteert deze wijze van construeren natuurlijk ook de demontage en hermontage op een nieuwe locatie.


Toekomstproof
Onze berekeningen laten zien dat er een gezond rendement is te maken met dit concept waarbij dus de accommodatie het evenement volgt. Dit smaakt naar meer!

Joop Petit [Architect/Innovator]

Wat is een 'geslaagd' ontwerp?

Als een gerealiseerd bouwproject binnen de zorg door de gebruikers gelabeld wordt met "geslaagd" of zelfs "goed", betekent dit in elk geval dat binnen het realiseringsproces de rol van de architect en zijn daarmee samenhangend adviseurschap op een andere wijze is ingevuld dan vaak te doen gebruikelijk.

De gevraagde creativiteit moet de vooringenomenheid, eigen behoeften, dogma's en fetisjistische prioriteiten van de ontwerper overstijgen. Het openstaan voor wat in de belevingswereld van de gebruikers speelt (cliënt, verzorgenden, specialisten) moet namelijk zwaarwegender zijn dan de veel voorkomende gefocuste opvattingen van veel ontwerpers.

Het zou immers moeten gaan om de "helende" en "stimulerende"werking van de faciliterende gebouwde omgeving. Dit betekent dat je als architect-adviseur jezelf eerst moet verdiepen in de gebruikers met behulp van de zorgspecialisten ten einde te achterhalen waar het voor hen in de gebouwde omgeving om gaat. Dit blijken vaak heel andere aspecten en elementen te betreffen dan hetgeen binnen de ontwerpwereld als bijzonder gekwalificeerd wordt!

Zo bleken in de regel in het oogspringende, afwijkende en bijzondere oplossingen bij architecten grote waardering op te roepen, maar binnen de wereld van de psychogeriatrie daarentegen onrust te veroorzaken.
Het is derhalve evident dat de prioriteit bij het gebruik en de gebruikers moet liggen en niet in een vaak voorkomend gepreconceptioneerde houding van een individueel architect. Diepgang van de architect toont zich wanneer hij de vertaalslag realiseert van de gewenste beleving binnen de gebouwelijke omgeving.

Pilot: Innovatie in de zorg

Dit fenomeen komt sterk naar voren in een pilotproject voor een goede, gewenste huisvesting voor cliënten in zorgcentrum “De Hokseberg” in ’t Harde tussen Zwolle en Apeldoorn. In samenwerking met de TU Delft en de Universiteit Amsterdam wordt een gebouw ontworpen dat een betere geheugenactiviteit, beweging en pijndiagnostiek bij ouderen met dementie kan bewerkstelligen. Dit gebeurt o.a. door middel van een belevingsroute, gedoseerd contact met de wereld ‘buiten’, de juiste lichttoetreding/intensiteit en herkenbare rurale elementen. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat herkenning leidt tot rust en afwijking aanleiding geeft tot onrust. Er is dus alles aan gelegen om bij deze categorie mensen grensverleggende vormentaal, materiaalkeuzen en kleuren te voorkomen.

De uitdaging voor de architect is derhalve gelegen in het creëren van een concept dat beantwoordt aan de primaire vraag: "realiseer een faciliterend gebouw binnen de zorg" .
We moeten die uitdaging oppakken!

Ir. Leo Petit
Specialist “wonen en zorg” in alle vormen

Wandschildering komt tot leven

De restauratie van een bijzondere muurschildering uit 1337 over het leven van de heilige Thomas van Aquino in de Maastrichtse Dominicanenkerk is onlangs door wethouder Gerdo van Grootheest van Maastricht onthuld. Drie jaar lang heeft Restauratie Atelier Limburg gewerkt aan het herstel van de muurschildering in de kerk, waar nu boekhandel Selexyz is gevestigd.

De middeleeuwse schildering is van grote kunsthistorische betekenis. Het gaat om een secco, een techniek waarbij op droge pleister werd geverfd. Deze methode maakt de schildering kwetsbaarder dan het schilderen in nat pleister, een fresco.

In samenwerking met de restaurateurs heeft SATIJNplus een expositie-element ontworpen. Ieder half uur wordt een tekening van ontdekker Victor de Stuers over de muurschildering geprojecteerd, waardoor details zichtbaar worden die eind negentiende eeuw nog zichtbaar waren, maar nu verloren zijn gegaan.
De muurschildering raakte namelijk in de loop van de tijd beschadigd, onder meer omdat de troepen van Napoleon de kerk begin negentiende eeuw als paardenstal gebruikten.




Wij nodigen u graag uit een bezoek te brengen aan de Selexyz Boekhandel in de Dominicanenkerk in het centrum van Maastricht.
Ir. Rob Brouwers [architect]












Feestelijke onthulling.
Foto DDL Loraine Bodewes

Beleggen in vastgoed is niet meer beleggen in stenen

In de jaren voor de huidige vastgoed crisis is de prijs van vastgoed enorm gestegen. Er zijn enorme bedragen verdiend en veel van dat geld is ook weer geconsumeerd en heeft daarmee een bijdrage geleverd aan onze economische ontwikkeling.

Op dit moment is iedereen huiverig als het gaat om investeren in danwel financieren van vastgoed. De markt ligt spreekwoordelijk op z’n gat! Hoe zit dat?

Op de eerste plaats is het goed om te weten dat de marktwaarde oftewel de nominale waarde van vastgoed grofweg bepaald wordt door de onderliggende huuropbrengst, de locatie en de emotionele waarde van de opstal. De intrinsieke waarde van het gebouw bestaat uit materiaal en arbeid, zogezegd de stenen en het zweet. En de ruimte die daarmee gecreëerd is.

Ooit was er een tijd dat de intrinsieke waarde in meer of mindere mate gelijk liep met de nominale waarde.  In de jaren vóór de huidige crisis is de nominale waarde echter substantieel harder gestegen dan de intrinsieke waarde.
Deze ontwikkeling kwam ondermeer voort uit het vertrouwen in de economische groei. Het gebrek aan ruimte. De toename van de arbeidsproductiviteit en andere factoren die het vertrouwen in de exploitatie en dus in de huuropbrengst tot grote hoogte deden opstuwen.
Aan de andere zijde is de kwaliteit van de locaties verslechterd door gebrek aan ruimtelijk beleid en integrale sturing. De kwaliteit van de gebouwen is sterk afgenomen door  bij keuzes voor materiaal en arbeid  te zeer de nadruk gelegd is op het kostenaspect. Weinig ruimte voor stenen, liever goedkoop blik……

Deze twee ontwikkelingen hebben elkaar negatief enorm versterkt. Nu de roze bril in het water is gevallen en langzaam de bedwelmende geur van het grote vastgoed feest vervliegt wordt de realiteit zichtbaar.

Plotseling is er een overschot aan ruimte, denk aan de 7 miljoen m² kantoren in het lage en middensegment die nooit meer in de oorspronkelijke exploitatie zullen terugkeren maar wel voor veel geld zijn aangekocht.
Denk aan leegkomende woningen die voor zover privé eigendom geen pensioen zullen opleveren voor de vertrekkende ouderen.
Denk aan bedrijventerreinen die vol staan met verouderde blikken dozen die nooit meer bedrijvigheid zullen faciliteren.

Al deze gebouwen zijn monofunctioneel en vaak inferieur als het gaat om intrinsieke kwaliteit. Dit staat haaks op de almaar sneller ontwikkelende wereld der exploitaties die vraagt om flexibele gebouwen die toekomstige (onbekende ) functies faciliteren.

De huiver om te investeren in vastgoed zit hem nu juist daar. Er is sprake van weinig gebouwen met intrinsieke waarde en er is geen vertrouwen, en terecht, dat de exploitaties van de toekomst gefaciliteerd kunnen worden door de bestaande voorraad.

Om pensioenfondsen te verleiden hun beleggingen in vastgoed te doen toenemen zijn een aantal zaken van belang.
Gebouwen dienen hun exploitatie optimaal te regarderen. Door bijvoorbeeld gebouwen te verduurzamen kan enerzijds de emotionele waarde toenemen en anderzijds de variabele lasten in de vorm van gas en elektra dalen.
Door voorraad uit de markt te nemen ontstaat enerzijds schaarste waardoor de waardevastheid van overlevend vastgoed stabieler wordt en anderzijds ruimte voor andere functies die de gemeenschap van de toekomst vraagt.
Gebouwen dienen flexibel te zijn als het gaat om inrichting en installatie. Deze beide inrichtingselementen zijn nauw verbonden met de exploitatie en dus de huurwaarde. Gezien de almaar korter wordende levenscycli van bedrijven moet dit uitgangspunt zijn en niet bijzaak.

Visie en beleid zijn noodzakelijk om te komen tot een fundamentele herstructurering van de vastgoedsector.
De eerste stap moet zijn een inventarisatie van emotioneel waardevol vastgoed dat in staat is om een substantiële bijdrage te leveren aan exploitaties van de toekomst.
Vervolgens dienen de afvallers uit de markt genomen te worden.
Tot slot kan er vervangingsvastgoed ontwikkeld en geplaatst worden om de integrale structuur van de gemeenschap te versterken.

Ir. Joop Petit [Architect/Innovator]

Emotionele waarde een groot goed

De hypotheekmarkt is in elkaar gedonderd; en niet eens zozeer doordat de hypotheeknemers de lasten niet meer kunnen dragen. De onderliggende vastgoedwaarde is cruciaal gebleken. Op woningen zonder waarde, vergelijkbaar met peperkoekhuisjes, oftewel luchtkastelen zijn hypotheken gevestigd. Nu de mensen de lasten niet meer kunnen dragen, blijken de onderpanden waardeloos te zijn.

Waarde
De waarde van een gebouw bestaat voor mij uit drie delen: de emotionele waarde, de gebruikswaarde en de technische waarde. Hierbij is de emotionele waarde verbonden aan het casco en de gevels, waarbij het dak als vijfde gevel wordt gezien.
De gebruikswaarde hangt samen met het inbouwpakket en de daarvoor bestemde inwendige ruimte. De technische waarde hangt samen met de bouwtechniek en het vermogen van het gebouw om techniek te faciliteren.

Momenteel wordt de investering met name bepaald door het programma van eisen met betrekking tot het gebruik en de bijbehorende technische specificaties. Emotie wordt daarbij als het noodzakelijke kunstje van de architect gezien; terwijl juist hiermee het begin van het verschil wordt gemaakt. De uitvoering is natuurlijk de volgende stap. Vakmanschap en bouwtechniek zijn onlosmakelijk verbonden aan emotionele kwaliteit.

Monumenten
De emotionele waarde is de enige waarde die in de loop van de tijd kan stijgen! Dit in tegenstelling tot de gebruiks- en technische waarde, die dalen enkel en kunnen zelfs negatief worden.
Denk daarbij bijvoorbeeld aan monumenten, gebouwen waarvan wij als samenleving met elkaar hebben afgesproken ze nooit meer te slopen: deze gebouwen kennen voor wat hun casco en gevels betreft geen afschrijving.
Zouden de onderpanden van de Amerikaanse hypotheeknemers louter uit monumenten bestaan, dan was de huidige crisis er nooit gekomen.

Woningcorporaties
In Nederland hebben met name de woningcorporaties een belangrijke opgave. Indien de afschrijvingstermijn van vijftig jaar niet wordt gehaald, zadelen wij onze kinderen op met een natte Nederlandse droom! Het rendement wordt niet alleen door geld bepaald, maar met name door kwaliteit gedurende de levensfase. En dat duurt bij monumenten het langst! De reden waarom onze corporaties er redelijk voor staan, is alleen te danken aan het feit dat zij afgeschreven vastgoed met marktwaarde in portefeuille hebben. Zeg maar gerust met emotionele waarde. Momenteel wordt er veel te gemakkelijk gesloopt en veel te weinig kwalitatief hoogwaardig en duurzaam vastgoed teruggebouwd.

Daarom mijn devies: investeer in emotionele waarde van gebouwen, laat het vakmanschap zegevieren en draag daarmee bij aan de sociale cohesie van onze maatschappij, Nu en in de toekomst.


Joop Petit [Architect/Innovator]