Beleggen in vastgoed is niet meer beleggen in stenen

In de jaren voor de huidige vastgoed crisis is de prijs van vastgoed enorm gestegen. Er zijn enorme bedragen verdiend en veel van dat geld is ook weer geconsumeerd en heeft daarmee een bijdrage geleverd aan onze economische ontwikkeling.

Op dit moment is iedereen huiverig als het gaat om investeren in danwel financieren van vastgoed. De markt ligt spreekwoordelijk op z’n gat! Hoe zit dat?

Op de eerste plaats is het goed om te weten dat de marktwaarde oftewel de nominale waarde van vastgoed grofweg bepaald wordt door de onderliggende huuropbrengst, de locatie en de emotionele waarde van de opstal. De intrinsieke waarde van het gebouw bestaat uit materiaal en arbeid, zogezegd de stenen en het zweet. En de ruimte die daarmee gecreëerd is.

Ooit was er een tijd dat de intrinsieke waarde in meer of mindere mate gelijk liep met de nominale waarde.  In de jaren vóór de huidige crisis is de nominale waarde echter substantieel harder gestegen dan de intrinsieke waarde.
Deze ontwikkeling kwam ondermeer voort uit het vertrouwen in de economische groei. Het gebrek aan ruimte. De toename van de arbeidsproductiviteit en andere factoren die het vertrouwen in de exploitatie en dus in de huuropbrengst tot grote hoogte deden opstuwen.
Aan de andere zijde is de kwaliteit van de locaties verslechterd door gebrek aan ruimtelijk beleid en integrale sturing. De kwaliteit van de gebouwen is sterk afgenomen door  bij keuzes voor materiaal en arbeid  te zeer de nadruk gelegd is op het kostenaspect. Weinig ruimte voor stenen, liever goedkoop blik……

Deze twee ontwikkelingen hebben elkaar negatief enorm versterkt. Nu de roze bril in het water is gevallen en langzaam de bedwelmende geur van het grote vastgoed feest vervliegt wordt de realiteit zichtbaar.

Plotseling is er een overschot aan ruimte, denk aan de 7 miljoen m² kantoren in het lage en middensegment die nooit meer in de oorspronkelijke exploitatie zullen terugkeren maar wel voor veel geld zijn aangekocht.
Denk aan leegkomende woningen die voor zover privé eigendom geen pensioen zullen opleveren voor de vertrekkende ouderen.
Denk aan bedrijventerreinen die vol staan met verouderde blikken dozen die nooit meer bedrijvigheid zullen faciliteren.

Al deze gebouwen zijn monofunctioneel en vaak inferieur als het gaat om intrinsieke kwaliteit. Dit staat haaks op de almaar sneller ontwikkelende wereld der exploitaties die vraagt om flexibele gebouwen die toekomstige (onbekende ) functies faciliteren.

De huiver om te investeren in vastgoed zit hem nu juist daar. Er is sprake van weinig gebouwen met intrinsieke waarde en er is geen vertrouwen, en terecht, dat de exploitaties van de toekomst gefaciliteerd kunnen worden door de bestaande voorraad.

Om pensioenfondsen te verleiden hun beleggingen in vastgoed te doen toenemen zijn een aantal zaken van belang.
Gebouwen dienen hun exploitatie optimaal te regarderen. Door bijvoorbeeld gebouwen te verduurzamen kan enerzijds de emotionele waarde toenemen en anderzijds de variabele lasten in de vorm van gas en elektra dalen.
Door voorraad uit de markt te nemen ontstaat enerzijds schaarste waardoor de waardevastheid van overlevend vastgoed stabieler wordt en anderzijds ruimte voor andere functies die de gemeenschap van de toekomst vraagt.
Gebouwen dienen flexibel te zijn als het gaat om inrichting en installatie. Deze beide inrichtingselementen zijn nauw verbonden met de exploitatie en dus de huurwaarde. Gezien de almaar korter wordende levenscycli van bedrijven moet dit uitgangspunt zijn en niet bijzaak.

Visie en beleid zijn noodzakelijk om te komen tot een fundamentele herstructurering van de vastgoedsector.
De eerste stap moet zijn een inventarisatie van emotioneel waardevol vastgoed dat in staat is om een substantiële bijdrage te leveren aan exploitaties van de toekomst.
Vervolgens dienen de afvallers uit de markt genomen te worden.
Tot slot kan er vervangingsvastgoed ontwikkeld en geplaatst worden om de integrale structuur van de gemeenschap te versterken.

Ir. Joop Petit [Architect/Innovator]

Emotionele waarde een groot goed

De hypotheekmarkt is in elkaar gedonderd; en niet eens zozeer doordat de hypotheeknemers de lasten niet meer kunnen dragen. De onderliggende vastgoedwaarde is cruciaal gebleken. Op woningen zonder waarde, vergelijkbaar met peperkoekhuisjes, oftewel luchtkastelen zijn hypotheken gevestigd. Nu de mensen de lasten niet meer kunnen dragen, blijken de onderpanden waardeloos te zijn.

Waarde
De waarde van een gebouw bestaat voor mij uit drie delen: de emotionele waarde, de gebruikswaarde en de technische waarde. Hierbij is de emotionele waarde verbonden aan het casco en de gevels, waarbij het dak als vijfde gevel wordt gezien.
De gebruikswaarde hangt samen met het inbouwpakket en de daarvoor bestemde inwendige ruimte. De technische waarde hangt samen met de bouwtechniek en het vermogen van het gebouw om techniek te faciliteren.

Momenteel wordt de investering met name bepaald door het programma van eisen met betrekking tot het gebruik en de bijbehorende technische specificaties. Emotie wordt daarbij als het noodzakelijke kunstje van de architect gezien; terwijl juist hiermee het begin van het verschil wordt gemaakt. De uitvoering is natuurlijk de volgende stap. Vakmanschap en bouwtechniek zijn onlosmakelijk verbonden aan emotionele kwaliteit.

Monumenten
De emotionele waarde is de enige waarde die in de loop van de tijd kan stijgen! Dit in tegenstelling tot de gebruiks- en technische waarde, die dalen enkel en kunnen zelfs negatief worden.
Denk daarbij bijvoorbeeld aan monumenten, gebouwen waarvan wij als samenleving met elkaar hebben afgesproken ze nooit meer te slopen: deze gebouwen kennen voor wat hun casco en gevels betreft geen afschrijving.
Zouden de onderpanden van de Amerikaanse hypotheeknemers louter uit monumenten bestaan, dan was de huidige crisis er nooit gekomen.

Woningcorporaties
In Nederland hebben met name de woningcorporaties een belangrijke opgave. Indien de afschrijvingstermijn van vijftig jaar niet wordt gehaald, zadelen wij onze kinderen op met een natte Nederlandse droom! Het rendement wordt niet alleen door geld bepaald, maar met name door kwaliteit gedurende de levensfase. En dat duurt bij monumenten het langst! De reden waarom onze corporaties er redelijk voor staan, is alleen te danken aan het feit dat zij afgeschreven vastgoed met marktwaarde in portefeuille hebben. Zeg maar gerust met emotionele waarde. Momenteel wordt er veel te gemakkelijk gesloopt en veel te weinig kwalitatief hoogwaardig en duurzaam vastgoed teruggebouwd.

Daarom mijn devies: investeer in emotionele waarde van gebouwen, laat het vakmanschap zegevieren en draag daarmee bij aan de sociale cohesie van onze maatschappij, Nu en in de toekomst.


Joop Petit [Architect/Innovator]