De architect als “man of the match”?

Niet rooskleurig: de totale omzet in de architectenbranche daalt in 2012 opnieuw. Architecten zijn zoekende: "wat is de architect van de toekomst, en wat is de toekomst van de architect?” Hoewel de architect al tijden niet meer de rol van all-round bouwheer vervult, blijft in de Nederlandse bouwpraktijk de behoefte bestaan aan een sterk coördinerende vakman. De architect als 'the man of the match', de Johan Cruijff van het bouwproces, zoals bouwfysisch adviseur Renz van Luxemburg dit noemt. Betekent wel dat de architect vroeg in het proces betrokken moet zijn.

Opkomende aanbestedingsvormen


Fictieve casus
Aanbestedende dienst: Rijksoverheid
Object: kantoorgebouw/rijksmonument
Aanbestedingsvorm: DBFMO (Design Build Finance Maintain Operate)
Te leveren: huisvestingsconcept voor >500 werkplekken, restyling pand, hoog niveau duurzaamheidsconcept, duurzaam beheer, onderhoud en exploitatie gebouw, facilitaire diensten, waaronder catering, beveiliging, receptie, schoonmaak. Tijdsduur van overeenkomst: 30 jaar.

 

Wat zijn de kansen voor architecten bij zulke aanbestedingen?


Bij dit soort aanbestedingen PPS-constructies (Publiek-Private samenwerking) c.q. DBFMO zijn 2 vragen van belang: Welke partijen zijn noodzakelijk om met succes te kunnen deelnemen aan de aanbesteding?
Het bekende rijtje kunnen we noemen: projectmanagementbureau, architect met restauratiekennis, installatieadvies en –technisch bureau, aannemer voor de verbouwing en natuurlijk een facilitaire dienstverlener.

Tweede vraag:  Hoe worden de substantiële Tenderkosten (aanbestedingskosten) voorgefinancierd?
En vergis je niet; bij een opgave als in bovenstaande casus bedragen de netto Tenderkosten tussen 2 en 3 miljoen euro’s. Deze kosten moeten dus worden voorgefinancierd en zijn dus verloren indien de opdracht niet wordt binnengehaald!
Voorwaarde voor een DBFMO-overeenkomst is ook dat de uitvoering van de overeenkomst wordt ondergebracht in een “Speciale Project Vennootschap” (SPV). De aandeelhouders van deze SPV moeten de noodzakelijke Tenderkosten ter beschikking te stellen.

Reservebank


Nu wordt het kritisch: welke partijen zijn bereid  én financieel in staat om als aandeelhouder van de SPV een gelijk aandeel van de Tenderkosten voor hun rekening te nemen? Gezien de omvang daarvan en de risicoanalyse (verlies bij geen opdracht) lijken de kansen voor een architectenbureau om als volwaardige aandeelhouder op te treden minimaal. De architect wordt dus eigenlijk veroordeeld tot de reservebank; een rol als onderaannemer. De architect levert wel inspanningen in het verwervingstraject maar ‘beperkt’ zich tot zijn eigen inbreng c.q. uren.

Blijft er maar één conclusie over: door deze opkomende aanbestedings-vormen, is de rol van bouwheer moeilijk c.q. onmogelijk om te vervullen. Geen nieuwe kans voor architect. Of wel?
Ben benieuwd naar architectenbureaus die in deze aanbestedingsvormen wel kansen zien.

Graag julie reacties!


Wim Heuts
Algemeen directeur