BIM: shit in is shit out

Zoals bekend zijn wij als organisatie actief bezig met BIM (*). Doordat al onze tekenaars en projectleiders zijn omgeschoold naar Revit en wij alle nieuwe projecten standaard in BIM (dus in 3D) uitwerken, denk ik dat wij ons inmiddels een volwaardig BIM-bureau mogen noemen. 

Voor de geïnteresseerden: filmpje van 3 min "What is BIM"



Afhankelijk
Echter, wij kunnen pas echt “bimmen” als alle ketenpartners met ons samenwerken aan het creëren van een volwaardig BIM-model. Wij realiseren ons daarom des te meer dat wij afhankelijk zijn van onze ontwerpteampartners. Dat was de reden waarom ik graag in ging op de uitnodiging om, samen met Smeets Bouw, een presentatie te houden voor de LIS, de Limburgse Installatie Sociëteit, onder het motto “BIM, en hoe nu verder”.

Harde teleurstellende cijfers
Ter voorbereiding op deze presentatie heb ik mij afgevraagd hoe kijken installateurs aan tegen BIM. Het onderzoek van USP Marketing Consultancy gaf mij de antwoorden.
Een paar feiten:
Iedereen haalt zijn informatie uit BIM
 9% van de installateurs werkt aan één of meer projecten met BIM
 84% W-installateurs en 70% E-installateurs heeft nooit gehoord van BIM (!)
 32% (middel)grote installatiebedrijven heeft praktijkervaring met BIM

Mis de boot niet
Dat was voor mij even schrikken. Ik, werkzaam bij een ervaren BIM-organisatie, was mij hiervan dus niet bewust. 
In de praktijk merk ik wel dat de installatiebranche achter ligt met BIM, maar in deze omvang had ik niet verwacht. 
Realiseer mij des te meer dan het niet veel zin heeft om als architectenbureau voor de troepen uit te lopen, als de overige partners (nog) niet meekunnen. Tijdens de LIS-presentatie heb ik dan ook een oproep gedaan aan de installateurs om de draad op te pakken voordat zij de boot te missen.

Geen BIM, geen deelname
Opdrachtgevers zien gelukkig steeds vaker de meerwaarde van BIM. 
Onlangs ben ik betrokken geweest bij een selectie van installateurs voor een middelgroot zorgproject waarbij de opdrachtgever als absolute voorwaarde heeft gesteld dat de alle betrokken partijen ervaring moeten hebben met BIM. Geen BIM, geen deelname. Een harde eis, maar een duidelijk signaal.

Generale repetitie
Gelukkig werken wij met een deel van die 9% van de installateurs en installatie-adviseurs die wel met BIM werken. Dit levert mooie resultaten op. Zowel qua faalkostenreductie als qua samenwerking. Door het houden van BIM-sessies in plaats van ontwerpteambesprekingen zijn wij het gebouw virtueel aan het bouwen. Zie het als try-outs met uiteindelijk de generale repetitie voor aannemers en installateurs. BIM heeft dus grote voordelen voor de uitvoerende partijen.

Vorige week was ik bij de BIM-inspiratiesessie van Klictet, installatieadviseur. Zij lieten samen met Icop zien hoe je het programma van eisen kan koppelen aan een BIM-model. Daarnaast is een extra toegevoegde waarde voor de installatiebranche de gebouwsimulatie en het verbeteren van beheer en onderhoud. 

Shit IN = Shit OUT
Inmiddels zijn er mooie programma’s op de markt die de koppeling met het Revit model kunnen bewerkstelligen teneinde de nodige informatie uit het model te genereren (denk aan Archibus, Briefbuilder, BIM-connect). Het is daarbij wel van groot belang om de informatie er ook op een goede manier in te stoppen. Want, zoals Ramon Smeets, BIM-manager bij Smeets bouw, tijdens de LIS-presentatie terecht verkondigde: Shit IN = Shit OUT.  

Kortom het optimaal benutten van het BIM-model hangt samen met de zorgvuldigheid en accuraatheid waarmee de BIM-modelleur het model vult. Daar is ervaring voor nodig. Die ervaring kost tijd. 
Daarom via deze weg, nogmaals de oproep aan alle installateurs en installatieadviseurs om te gaan bimmen! Wij hebben jullie nodig om BIM naar een hoger level te brengen.

Interesse in een kennissessie?
Wij maken er graag tijd voor vrij. 
Een mailtje naar msimonis@satijnplus.nl is voldoende.


Maarten Simonis
Sr.-projectleider | BIM coördinator

(*) BIM is de oplossing die maakt dat alle relevante informatie gedurende het hele bouwproces wordt opgeslagen, gebruikt en beheerd in een digitaal (3D) gebouwmodel. Alle partijen die bij het bouwproces betrokken zijn werken met dezelfde informatie en zien dus van elkaar wat er gebeurt. 
De informatie is dan ook continu beschikbaar en altijd actueel. 



Greep naar de fles!

Verduurzaming van de bestaande woningvoorraad geniet mijn bijzondere belangstelling. Na 25 jaar ervaring in restaureren, herbestemmen en transformeren van vele gebouwen, waaronder het merendeel rijksmonumenten, ligt nu mijn focus op ál het bestaand vastgoed.

Inspiratie aan de keukentafel
Thuis aan de keukentafel trachten we niet over werk te praten. Onvermijdelijk neem je toch wel eens de week door en infecteer je elkaar onbewust met elkaars vak. Mijn partner is geen wijnhandelaar, maar is onderzoeker, coördinator bij het center of expertise NEBER

De wetenschap of de noodzaak van verduurzaming van bestaande gebouwen is daardoor al een tijd latent aanwezig en wordt onbewust al met succes in de praktijk gebracht.

Het WonenLimburgHuis in Roermond was voor ons bureau, met trots het eerste Nearly Zero Energy rijksmonument. Een aantal jaren daarvoor hebben we het Boostenwijkje in Maastricht al van energielabel G naar label A+ opgewaardeerd.

Op basis van deze kennis en ervaring ben ik ervan overtuigd dat wij een belangrijke bijdrage kunnen leveren in deze toekomstige opgave. NEBER ziet ook de noodzaak, maar merkt dat er een kennis tekort is in de markt. 
Om dit tekort te verkleinen heeft NEBER een serie Masterclasses "verduurzaming van de bestaande woningvoorraad" opgezet. In één van deze masterclasses zorg ik voor de programma inhoud.


Arrogantie
Met een redelijke arrogantie meende ik niet te hoeven deelnemen aan de 9 masterclasses. Tot een week van te voren heb ik het weten te negeren. Ik werd echter gestoord door een mateloze onrust en heb me uiteindelijk aangemeld.

Dagvaardiging
De eerste bijeenkomst sloeg in als een bom.
Eerst een rustige geanimeerde start met een aardige introductie op het thema. De tweede helft werd ingevuld door Roger Cox, partner bij Paulussen advocaten. Hij heeft zijn boek gepubliceerd "REVOLUTIE MET RECHT". Daarnaast heeft hij onlangs de Nederlandse staat gedagvaard om haar afwachtende houding ten aanzien van het klimaatprobleem. Na zijn intro ging hij in op de reden en op de inhoud.

Het boek leest als een scherp requisitoir

Ik vond het boeiend, daarna zorgwekkend, het werd beangstigend en een tenslotte bezorgde het een gevoel van hopeloosheid. 
Zo heftig.
Eén gedachte die overbleef: waar staat de fles?

Wij, bewoners op deze aarde, LOPEN ACHTER !
Wie helpt er mee om een kantelpunt te voorkomen? Ik ben bereikbaar!


Harold Janssen
Architect | directielid

PS; de fles heb ik kunnen weerstaan ;-)






Nieuwbouwplannen naar prullenbak

Verkiezingen
In maart j.l. zijn in nagenoeg alle  gemeenten in Nederland verkiezingen geweest voor nieuwe gemeenteraden. Aansluitend daarop worden onderhandelingen gevoerd over welke partijen het gemeentebestuur (coalitie) gaan vormen en wie de verantwoordelijke wethouders worden.

Het beleid voor de komende periode wordt vastgelegd in een bestuursakkoord c.q. coalitieprogramma. In ieder bestuursakkoord dient naar mijn mening grote aandacht gegeven te worden
aan de aspecten van “gebiedsontwikkeling” en “vastgoedontwikkeling”.




Gebiedsontwikkeling en vastgoedontwikkeling
De komende jaren ligt de opgave in iedere stad en regio op de “herbestemming” van gebieden. Dit betekent de ontwikkeling van een nieuwe visie op de functies van gebieden.
Binnen deze gebieden dienen gebouwen een nieuwe bestemming te krijgen ofwel “transformatie”. Herbestemming is een maatschappelijke opgave; transformatie richt zich op individuele gebouwen.
  
Wordt de regierol opgepakt?
Wanneer gemeenten hun ruimtelijke regierol anders gaan invullen, komen er veranderingen in de huidige malaise van leegstand.

Gemeenten dienen afstand te nemen van hun huidige focus op nieuwbouw. De aandacht moet worden verlegd naar herbestemming.
Gemeentebesturen hebben geen andere keuze dan in de nieuwe coalitieakkoorden harde grenzen te bepalen en waar nodig overtollig vastgoed uit de markt te laten nemen.

Geef marktpartijen vervolgens, binnen gestelde kaders, de kans om de gestelde doelen op het gebied van herbestemming te kunnen realiseren. Uiteraard ligt bij dit proces een belangrijke regierol bij de Provincies  c.q. de Regio’s  en het Rijk.



Marktpartijen
Marktpartijen hebben behoefte aan voorspelbare perspectieven.
De overheid moet bijzonder selectief zijn t.a.v. plannen voor nieuwbouw en de noodzakelijke condities voor herbestemming en transformatie scheppen.

Marktpartijen kunnen concreet invulling geven door ofwel te investeren in kansrijke objecten ofwel door de overtollige voorraad uit de markt te nemen. In beide gevallen is dit positief voor zowel de vastgoedsector als de  kwaliteit van de stad.

Een oproep aan leden gemeenteraad; 
durf keuzes te maken, in belang van uw eigen stad.
Wij gaan u volgen!



Wim Heuts
Algemeen directeur