Hoger springen en verder kijken dan je neus lang is

Hoger, hoger!
Ik volg een symposium ‘Wat u beweegt’ over motorisch leren en stimuleren van bewegen en word gegrepen door het enthousiasme en kundigheid van spreker Rich Masters. Hij schetst het verhaal van een volleybalcoach die zijn spelers hoger wilt laten springen. De coach kan tegen zijn speler zeggen ‘spring hoger’ en dan zou een (gedreven) speler daar moeite voor doen. Verder door de benen buigen, steviger afzetten en……..het zou finaal mislukken. 

Dit 'bewuste' (expliciet)  leren leidt namelijk zodanig af van het vanzelfsprekend uitoefenen van de sport dat het een averechts effect heeft.
De coach kan het ook anders aanpakken en het net hoger hangen. Dan wordt de speler gedwongen om hoger te springen, maar als dit zichtbaar gebeurt gaat de speler weer nadenken. 'Het net hangt hoger, ik moet iets doen om hoger te springen' en dan zou het opnieuw mis gaan.
De juiste benadering van de coach zou zijn om de speler ‘onbewust’ te laten leren door het net stiekem stapje voor stapje iets hoger te hangen. Geleidelijk en ‘impliciet’ lerend gaat de speler zijn beweging aanpassen, verbeteren en hoger springen.

Onbewust; groots effect
Dit onbewuste leren (errorless learning) is een prettige manier om dingen aan te leren waarbij de aandacht niet meer ligt bij het corrigeren van fouten. Een aanpak die ook wordt toegepast om kinderen, oudere en mensen met een beperking meer te laten bewegen. Dat heeft immers een positief effect op de lichamelijke gezondheid, maar ook op de geestelijke gezondheid! Al op korte termijn verbeteren functies van de hersenen en op langere termijn verkleint het de kans op dementie.

Oud en versleten?
Maar hoe stimuleer je iemand tot bewegen die pijn heeft, zich versleten voelt, je niet begrijpt of het totaal niet gewend is? Het zwaartepunt van de oplossing ligt natuurlijk bij de begeleiding. Enthousiast en professioneel stuurt de (mantel)verzorger aan op lopen, binnen en buiten. Maar er is ook steeds meer aandacht voor ‘kleinere’ fysieke handelingen zoals tanden poetsen, wassen en koken. Dingen die wij allemaal vanzelfsprekend onderdeel vinden van onze dagelijks doen en laten. Maar die in een verzorgings- of verpleeghuis (voorheen) uit handen genomen werden.

Woonzorgcentrum De Born in Eijsden | Zuid-Limburg

Spiegeltje in houten lijstje
Een gebouw kan een bijdrage leveren aan dit ‘blijven gebruiken van het lijf’ door impliciet uit te nodigen tot bewegen. Dit door letterlijk ruimte te reserveren en in te richten voor verschillende activiteiten. Wandelen het liefste buiten, maar kan op een frisse dag ook binnen omdat de gang breed, licht en aantrekkelijk is. In nissen gebeuren dingen die laten denken ‘aan vroeger’. Stillevens van herkenbare spullen zoals een naaimachine, een aanbeeld of een boekenkast die weer tot leven komen in de handen van hun ‘oude eigenaren’.


Voor kleine huislijke fysieke handelingen is de herkenbaarheid ook belangrijk. Bij het tanden poetsen in de spiegel kijken ‘zoals vroeger’. Dus geen groot spiegelbeeld van twee vierkante meter, maar een klein spiegeltje in een houten lijst. De aardappels worden geschild in een robuuste eiken keuken aan een tafel met een zeiltje. En tv kijken wordt gedaan vanuit de eigen fauteuil compleet met gehaakt kleedje op de rugleuning.

Empathie
Door als architectenbureau aandacht te besteden (en ruimte te geven) aan dit soort onderdelen van een gebouw vergroten we het genezend vermogen van een omgeving. Daarnaast hebben we als 'zorgarchitecten' kennis over zorgverlening en (zorg)huisvesting. Dat betekent dat we kunnen meepraten over doelgroepen, normatieve vierkante meters en facilitaire stromen. We hebben veel aandacht voor aspecten als daglicht, huiselijkheid en herkenbaarheid. Die kennis hebben we opgedaan door goed te luisteren naar (en mee te kijken met) opdrachtgevers uit de zorg.

Verder kijken dan de neus lang is
Soms houdt dat in dat we aansluiten bij een onderwerp dat niet bij het architecten vak lijkt te horen. Maar de kracht van zo'n uitwisseling is juist het interdisciplinair werken en dan moeten (= mogen) we als architecten 'verder kijken dan de neus lang is'.

Met een flinke dosis empathie en creativiteit kunnen we samen bijdragen aan een fijne leefomgeving voor de ouderen.


Ir. Sandra Pustjens
Architect









1 opmerking:

Bedankt voor de belangstelling, geef hier een reactie (incl. afzender) op deze SATIJNplusBLOG. Mede namens de andere lezers bedankt voor de feedback.