DBFMO, uitgelezen kans voor DE architect

"Een architect zou niet zonder omzien in een DBFMO-traject moeten stappen. Dat zegt Joost Berger van MAS Architectuur, die als architect bij het nieuwe belastingkantoor in Doetinchem betrokken was. De financiƫle opbrengsten zijn volgens hem gering en de rol van de architect op zijn minst onduidelijk."

Bij het lezen van bovenstaande kop schoten mij enkele zaken door het hoofd. Moet je niet altijd alert zijn en dus nooit ergens zomaar instappen? Zijn financiƫle opbrengsten niet het resultaat van baten minus kosten? En is de rol van de architect heden ten dagen niet op zijn minst voor velerlei invulling vatbaar?
Onzekerheden
Laten we beginnen bij het begin. In de tijd waarin we leven blijken er levensgrote risico’s te zitten aan producten en processen die we niet voor mogelijk hielden. Zelfs landen gaan failliet! Daarnaast draait de wereld alsmaar sneller waardoor de onzekerheid in het kwadraat toeneemt. Ik doel onder andere op de levenscycli van exploitaties welke uiteindelijk via rendement de lasten op moeten brengen die samenhangen met het “bewoonde” vastgoed. Door de toename van deze onzekerheden nemen dus ook de onzekerheden met betrekking tot de financiering en exploitatie van vastgoed toe. Een mammoet tanker komt tot stilstand. En het vergt absoluut meer energie en innovativiteit om deze weer vlot te trekken!

Nieuwe vormen
Met name de overheid ziet in de DBFMO of afgeleide concepten zoals DBM en DBMO een mogelijkheid om de risico’s die samenhangen met de initiatief (D) en realisatie (B) fasen via de exploitatie (M e/o O) neer te leggen bij de consortium leden van het eerste uur.
In plat Nederlands: Degene die zijn hand brand zit later op de blaren.
Dit is een fantastische benadering die veel kansen biedt. Met name ook voor architecten!

Waarom? Omdat in een dergelijk proces alle disciplines samenkomen die nodig zijn om de gehele levenscyclus van de opstal te faciliteren.
En een ding is zeker: er wordt gedurende de gehele levenscyclus gewijzigd aan de opstal. Centraal dient in het proces dan ook te staan het faciliteren van wijzigingen en niet het proberen vast te leggen van het eindproduct. In een dergelijk proces is de ruimtelijke consequentie continu gebied van aandacht en daarmee cruciaal. En dat is nu precies het vak van de architect.

Integrale rol architect
Natuurlijk dient de rol van de architect in een dergelijk consortium gedefinieerd te worden. Een rol die in de initiatief fase prominenter zal zijn dan in de uitvoeringsfase en later. Maar dat geldt ook voor de andere leden. De facilitaire partner, die in de gebruiksfase het meest in beeld is en de uitvoerende bedrijven die in de realisatiefase het nadruklelijkst aanwezig zijn. Doch alle partijen blijven als consortium leden betrokken en dienen hun verantwoordelijkheden te nemen.
En voor alle partijen geldt dat ze enigszins onwennig staan tegenover deze wijze van organiseren.
Het zou goed zijn als de architecten zelf een duidelijk beeld hebben van hun integrale rol zodat zij die positie ook kunnen opeisen.

Met een duidelijke rol is het dan ook niet zo moeilijk meer om goede afspraken te maken over de honorering van de werkzaamheden en een vergoeding voor de te nemen risico’s. Denk daarbij ook aan andere betalingsmoduliteiten zoals een percentage van het rendement tijdens de gebruiksfase.

Kansen grijpen
Samengevat: DBFMO of afgeleide vormen bieden uitstekende kansen voor ondernemende integraal werkende architecten die de juiste partners om zich heen verzamelen om op basis van competenties, transparantie en partnership te komen tot daadkrachtige consortia.


Joop Petit [architect/innovator]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor de belangstelling, geef hier een reactie (incl. afzender) op deze SATIJNplusBLOG. Mede namens de andere lezers bedankt voor de feedback.