Inleven als competentie?

Met belangstelling het blog van Bas Lieker, partner bij Heren 5 architecten gelezen, via de architect.nl
Voor mij roept dit soort stellingen direct de vraag op of het zo moet zijn dat een goede architectonische visie als antwoord op een vraagstelling alleen maar mogelijk lijkt als je het zelf proefondervindelijk ondergaat. Dat denk ik dus niet. Het gevaar hiervan, ervaringsdeskundige, schuilt in het feit dat de details te individueel vertaald worden en dus niet meer uitgaan van een gemeenschappelijke deler oftewel een hoger dienend belang.

De opgave ligt verscholen in het feit dat je als architect/ontwerper je creativiteit dient in te zetten op de accenten waar het uiteindelijk om zou moeten gaan en met name in de zorg is mijns inziens niet de architectonische uitstraling het belangrijkst.

Luisteren en spiegelen
De kennis over dit onderwerp kun je opdoen door in vele gesprekken goed te luisteren én te spiegelen met verschillende ervaringsdeskundigen uit diverse geledingen van cliënt tot verzorgende. Dit neemt overigens niet weg dat de uitstraling van een ontwerp bij een dergelijk "inlevingsproces" ondergeschikt wordt.

Bezwaarlijk is dat bijvoorbeeld bij het winnende ontwerp voor de Hedy d’Ancona prijs (Revalidatiecentrum Groot Klimmendaal) op grond van verkeerde argumenten dit project als winnaar is aangewezen, hetgeen verduidelijkt wordt aan de hand van de wisselvallige uitslagen binnen het jury-rapport. Gaat het bij een ontwerp binnen de zorg primair om wat vormgevers van deze tijd als “beste” of “mooiste” kwalificeren, of zou het om de wijze van invulling van het zorgvraagstuk moeten gaan welk uiteindelijk ook tot een bijzonder beeld kan leiden?

Evenwichtig goed ontwerp
Ik vind dat de jury in dit geval behoorlijk haar doel voorbij is geschoten, zonder daarmee dit project van Koen van Velsen
te willen diskwalificeren. Vanuit mijn architectuurbril gekeken vind ik het een spraakmakend ontwerp! Als zorgproject heb ik er echter heel wat kanttekeningen bij. De architect zou mijns inziens zijn creativiteit moeten inzetten waar die voor gevraagd wordt en niet waarvan hijzelf vindt dat die gebruikt voor zou moeten worden. De beschikking over zelfbeheersing en zelfkennis is onontbeerlijk om uiteindelijk te komen tot een evenwichtig goed ontwerp.

Ir. Leo Petit
Architect/specialisme “zorg en wonen”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor de belangstelling, geef hier een reactie (incl. afzender) op deze SATIJNplusBLOG. Mede namens de andere lezers bedankt voor de feedback.