Online inkopen en de OS Box

Zoals ondertussen miljoenen lotgenoten doe ook ik regelmatig inkopen via het internet.
Waar vroeger inkooporganisaties voor ons bepaalden wat er op de schappen van de winkels lag zijn het nu ondernemende bedrijven die hun eigen markten benaderen en zich via het wereld wijde web laten vinden door hun klanten.
Inkoopvoordelen die de grote inkooporganisaties hadden doordat ze hun wil aan de producenten konden opleggen verdwijnen met rasse schreden omdat de producenten zelf leveren aan hun klanten. Zo kopen wij bijvoorbeeld allerhande verse producten bij een biologische boerderij in Italië. Direct van het land, verser dan vers. En in een handomdraai op tafel.
Omdat de hele tussenhandel in deze relatie niet meer bestaat is de prijs kwaliteit verhouding fantastisch. En ja, ook het milieu vaart er wel bij. Er is maar 1 maal sprake van transport: van producent naar consument. En dat ziet er in de reguliere retail wereld wel anders uit!

Het enige probleem dat zich nu voordoet is dat onze brievenbus niet toegericht is op de levering van exorbitante maten. Er moet dus altijd iemand thuis zijn om de levering in ontvangst te nemen. Voor een gemiddeld tweeverdieners gezin is dit problematisch.

Om van online shopping een echt succes te maken, en daarmee de wereld een duurzaam plezier te doen, is het noodzakelijk dat er een oplossing komt voor uniform vervoer en de aflevering van het aangekochte.
In mijn optiek dient dat als het ware een doos, een online shopping box, te zijn, die vergelijkbaar met de kratten voor flessen of zeecontainers, min of meer uniform gebruikt kan worden voor het vervoer van allerhande producten van producent naar consument.



En net zoals iedere zeecontainer op een trailer past, past de beoogde O(nline) S(hopping) box in een frame dat gemonteerd kan worden in de gevel of in een pui van een woning.

In deze studie zijn wij op zoek gegaan naar een integrale oplossing waarbij het distributie concept faciliterend werkt voor het principe van online shopping. De randvoorwaarden die hiermee gevormd worden zijn de kaders waarbinnen de fysieke ontwikkeling van de OS BOX gestalte krijgt. Zie de whitepaper over het onderzoek
http://www.satijnplus.nl/page.aspx?id=112
Nu deze eerste verkenning is afgerond nodigen wij van harte partijen uit die samen met ons de OS BOX tot een algemeen geaccepteerd distributie concept kunnen maken.

Doet u mee?

Ir. Joop Petit
[architect/innovator]


OP EEN BIJZONDERE MANIER KIJKEN NAAR MONUMENTAAL MAASTRICHT

Op zondag 10 juli 2011 om 15.00 uur vindt de vernissage plaats van een bijzondere fototentoonstelling “binnen Maastricht” in de boekhandel Selexyz dominicanen te Maastricht. De foto’s zijn genomen door Angelina Valleau, met een door haar gebouwde gaatjescamera, wellicht beter bekend als de camera obscura in de schilderkunst. Het is een camera die geen objectief gebruikt en waarbij het geen zin heeft om scherp te stellen. Hierdoor ontstaat een hele bijzondere sfeer!

Angelina Valleau (1971), opgegroeid in het Franse Bordeaux is verknocht aan monumenten. Na Bordeaux is Maastricht, de tweede monumentenstad van Nederland, haar nieuwe thuishaven geworden. In het dagelijkse leven is Angelina bouwkundig tekenaar, werkzaam aan restauratieprojecten bij SATIJNplus Architecten in Born. In haar vrije tijd wandelt ze zo vaak als ze kan door Maastricht en probeert ze haar passie voor oude gebouwen op een bijzondere manier vast te leggen.

Een tijdlang heeft zij de stad op verschillende fotografische manieren benaderd, maar voor haar gevoel nam ze onvoldoende afstand. Geïnspireerd door het werk van Eugène Atget over de stad Parijs, heeft zij een nieuwe vorm gekozen en wel de ‘gaatjescamera’. Door de gaatjescamera neemt zij meer afstand tot de stad en komt zij tot een resultaat dat menigeen doet verbazen.

Tijdens de opening op zondag 10 juli a.s. zal architect ir. Rob Brouwers van SATIJNplus Architecten, een inleiding verzorgen over monumentaal Maastricht en de bijzondere esthetische benadering van de monumenten door deze gekozen wijze van fotograferen.
Carlo Valkenborgh, fotograaf uit Hasselt, legt de toehoorder uit over de technische aspecten die gepaard gaan met de fotografische techniek die Angelina gebruikt heeft.
Na deze uitleg kan de bezoeker genieten van de foto’s van monumentaal Maastricht.
De foto-expositie loopt van 10 juli 2011 tot eind augustus 2011 in Selexyz dominicanen Maastricht, Dominicanerkerkstraat 1 (dichtbij het Vrijthof).




Lilian Zeekaf-Verblakt
Communicatie PR & Marketing

Samen bouwstenen leggen

De “Spoorkolonie” in Sittard, of zoals ze in Sittard zeggen de “Sjpoarkolonie” bestaat uit 56 sociale huurwoningen, gebouwd in de jaren twintig van de vorige eeuw als tuindorp voor het spoorwegpersoneel. Vanwege de karakteristieke uitstraling van de woningen en de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht worden de bestaande gevels en het stedenbouwkundig ensemble bewaard. Woningcorporatie ZO Wonen gaat de woningen zorgvuldig revitaliseren, zodat deze behouden blijven voor de toekomst.
Bovendien is besloten om in de planontwikkeling de bewoners en betrokken partijen nadrukkelijk te betrekken, zodat in gezamenlijkheid de bouwstenen gelegd worden voor de toekomst.

Brainstormen
Onlangs heeft in Sittard een zeer positieve bewonersavond plaatsgevonden. Een creatieve, interactieve sessie onder leiding van ons bureau zorgde voor de nodige bouwstenen om het definitieve inrichtingsvoorstel rond te maken.

Ondergetekende heeft op basis van nieuwe ideeën en inzichten vanuit bewoners en ZO Wonen de haalbaarheidsstudie die in december 2010 aan de bewoners van de Spoorkolonie is gepresenteerd, uitgebreid met een aantal varianten. Deze varianten gaan o.a. in op het verzoek van bewoners om te onderzoeken of het samenvoegen van twee woningen in de breedte tot de mogelijkheden behoort, conform de succesvolle renovatie van het Boostenwijkje in Maastricht.

Varianten
Tevens is gekeken naar een optimalisatie van de invulling van het achterterrein met groen en parkeren. Dit heeft geleid tot een aantal varianten van woningtypes die geschikt zouden kunnen zijn voor de invulling van nieuwbouw, op basis van de wensen van de bewoners, achter de bestaande voorgevel van de Spoorkolonie.
ZO Wonen heeft samen met de bewoners gekeken welke variant(en) voor de nieuwe invulling van de Spoorkolonie de voorkeur heeft en op welke manier een optimaal inrichtingsvoorstel tot stand kan komen dat door zowel de bewoners als ZO Wonen gedragen wordt.

Bouwstenen
Tijdens de interactieve avond hebben de bewoners actief geparticipeerd en hun toekomstvisie voor de buurt kenbaar gemaakt. Met deze inbreng zijn de bouwstenen gelegd voor de architect om verder te werken aan een gezamenlijk gedragen inrichtingsvoorstel dat vervolgens als voorgenomen besluit aan het “Bewonerscomité 56 huizen” kan worden voorgelegd. Daarna zal een besluit genomen kunnen worden over de nieuwe inrichting van de Spoorkolonie.
Een boeiend en waardevol proces waarvan wij overtuigd zijn van het gezamenlijke succes!

Harold Janssen
architect/specialist renovatie & transformatie

DBFMO, uitgelezen kans voor DE architect

"Een architect zou niet zonder omzien in een DBFMO-traject moeten stappen. Dat zegt Joost Berger van MAS Architectuur, die als architect bij het nieuwe belastingkantoor in Doetinchem betrokken was. De financiële opbrengsten zijn volgens hem gering en de rol van de architect op zijn minst onduidelijk."

Bij het lezen van bovenstaande kop schoten mij enkele zaken door het hoofd. Moet je niet altijd alert zijn en dus nooit ergens zomaar instappen? Zijn financiële opbrengsten niet het resultaat van baten minus kosten? En is de rol van de architect heden ten dagen niet op zijn minst voor velerlei invulling vatbaar?
Onzekerheden
Laten we beginnen bij het begin. In de tijd waarin we leven blijken er levensgrote risico’s te zitten aan producten en processen die we niet voor mogelijk hielden. Zelfs landen gaan failliet! Daarnaast draait de wereld alsmaar sneller waardoor de onzekerheid in het kwadraat toeneemt. Ik doel onder andere op de levenscycli van exploitaties welke uiteindelijk via rendement de lasten op moeten brengen die samenhangen met het “bewoonde” vastgoed. Door de toename van deze onzekerheden nemen dus ook de onzekerheden met betrekking tot de financiering en exploitatie van vastgoed toe. Een mammoet tanker komt tot stilstand. En het vergt absoluut meer energie en innovativiteit om deze weer vlot te trekken!

Nieuwe vormen
Met name de overheid ziet in de DBFMO of afgeleide concepten zoals DBM en DBMO een mogelijkheid om de risico’s die samenhangen met de initiatief (D) en realisatie (B) fasen via de exploitatie (M e/o O) neer te leggen bij de consortium leden van het eerste uur.
In plat Nederlands: Degene die zijn hand brand zit later op de blaren.
Dit is een fantastische benadering die veel kansen biedt. Met name ook voor architecten!

Waarom? Omdat in een dergelijk proces alle disciplines samenkomen die nodig zijn om de gehele levenscyclus van de opstal te faciliteren.
En een ding is zeker: er wordt gedurende de gehele levenscyclus gewijzigd aan de opstal. Centraal dient in het proces dan ook te staan het faciliteren van wijzigingen en niet het proberen vast te leggen van het eindproduct. In een dergelijk proces is de ruimtelijke consequentie continu gebied van aandacht en daarmee cruciaal. En dat is nu precies het vak van de architect.

Integrale rol architect
Natuurlijk dient de rol van de architect in een dergelijk consortium gedefinieerd te worden. Een rol die in de initiatief fase prominenter zal zijn dan in de uitvoeringsfase en later. Maar dat geldt ook voor de andere leden. De facilitaire partner, die in de gebruiksfase het meest in beeld is en de uitvoerende bedrijven die in de realisatiefase het nadruklelijkst aanwezig zijn. Doch alle partijen blijven als consortium leden betrokken en dienen hun verantwoordelijkheden te nemen.
En voor alle partijen geldt dat ze enigszins onwennig staan tegenover deze wijze van organiseren.
Het zou goed zijn als de architecten zelf een duidelijk beeld hebben van hun integrale rol zodat zij die positie ook kunnen opeisen.

Met een duidelijke rol is het dan ook niet zo moeilijk meer om goede afspraken te maken over de honorering van de werkzaamheden en een vergoeding voor de te nemen risico’s. Denk daarbij ook aan andere betalingsmoduliteiten zoals een percentage van het rendement tijdens de gebruiksfase.

Kansen grijpen
Samengevat: DBFMO of afgeleide vormen bieden uitstekende kansen voor ondernemende integraal werkende architecten die de juiste partners om zich heen verzamelen om op basis van competenties, transparantie en partnership te komen tot daadkrachtige consortia.


Joop Petit [architect/innovator]

Inleven als competentie?

Met belangstelling het blog van Bas Lieker, partner bij Heren 5 architecten gelezen, via de architect.nl
Voor mij roept dit soort stellingen direct de vraag op of het zo moet zijn dat een goede architectonische visie als antwoord op een vraagstelling alleen maar mogelijk lijkt als je het zelf proefondervindelijk ondergaat. Dat denk ik dus niet. Het gevaar hiervan, ervaringsdeskundige, schuilt in het feit dat de details te individueel vertaald worden en dus niet meer uitgaan van een gemeenschappelijke deler oftewel een hoger dienend belang.

De opgave ligt verscholen in het feit dat je als architect/ontwerper je creativiteit dient in te zetten op de accenten waar het uiteindelijk om zou moeten gaan en met name in de zorg is mijns inziens niet de architectonische uitstraling het belangrijkst.

Luisteren en spiegelen
De kennis over dit onderwerp kun je opdoen door in vele gesprekken goed te luisteren én te spiegelen met verschillende ervaringsdeskundigen uit diverse geledingen van cliënt tot verzorgende. Dit neemt overigens niet weg dat de uitstraling van een ontwerp bij een dergelijk "inlevingsproces" ondergeschikt wordt.

Bezwaarlijk is dat bijvoorbeeld bij het winnende ontwerp voor de Hedy d’Ancona prijs (Revalidatiecentrum Groot Klimmendaal) op grond van verkeerde argumenten dit project als winnaar is aangewezen, hetgeen verduidelijkt wordt aan de hand van de wisselvallige uitslagen binnen het jury-rapport. Gaat het bij een ontwerp binnen de zorg primair om wat vormgevers van deze tijd als “beste” of “mooiste” kwalificeren, of zou het om de wijze van invulling van het zorgvraagstuk moeten gaan welk uiteindelijk ook tot een bijzonder beeld kan leiden?

Evenwichtig goed ontwerp
Ik vind dat de jury in dit geval behoorlijk haar doel voorbij is geschoten, zonder daarmee dit project van Koen van Velsen
te willen diskwalificeren. Vanuit mijn architectuurbril gekeken vind ik het een spraakmakend ontwerp! Als zorgproject heb ik er echter heel wat kanttekeningen bij. De architect zou mijns inziens zijn creativiteit moeten inzetten waar die voor gevraagd wordt en niet waarvan hijzelf vindt dat die gebruikt voor zou moeten worden. De beschikking over zelfbeheersing en zelfkennis is onontbeerlijk om uiteindelijk te komen tot een evenwichtig goed ontwerp.

Ir. Leo Petit
Architect/specialisme “zorg en wonen”

Hoe kies je de beste architect?

Het selecteren van een architect is iets bijzonders.
Het is iets anders dan het inkopen van een product. Het is niet alleen een technische, maar ook een culturele opgave. Het gaat om ‘zachte’ aspecten als esthetiek en een ‘klik’ tussen opdrachtgever en architect.

Voor vele opdrachtgevers is het geen dagelijkse kost. Men kan adviseurs inhuren, maar vaak leidt onervarenheid tot een insteek geregeerd door angst. Dat resulteert in procedures die gekenmerkt worden door (te) hoge eisen, afstandelijkheid, risico’s indekken en taai juridisch en technisch jargon. De opdrachtgever én de architect worden hier beiden niet vrolijk van.
Het lijkt wel of aanbesteders uit angst iets verkeerd te doen bij voorbaat al zeven kleuren stront schijten”, aldus Ernstjan Cornelis van collegabureau Atelier Pro.


Het kan ook anders!
Een goede architectenselectie is geen zuiver papieren procedure, het is mensenwerk. Het gaat om de speurtocht naar de ‘klik’.
Het begint met ambitie. Als opdrachtgever moet je vooraf duidelijk formuleren wat je wilt en hoe je dat wilt. Iedere procedure is maatwerk, toegesneden op de vraag van de opdrachtgever én de potentie in de architectenbranche. Er zijn goede manieren om architecten te leren kennen; de vraag- en antwoordrondes, locatiebezoeken, dialoogronden en presentaties.

Het selecteren van de meest geschikte architect draait om professionaliteit, zowel van de aanbesteder als de architectenbureaus die aan de procedure deelnemen. Vanuit deze professionaliteit moeten de betrokken partijen verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag in procedures en erop kunnen vertrouwen dat de ander deze ook neemt.
Een goede architectenselectie is mogelijk, ook binnen de Europese kaders!


Steunpunt Architectuuropdrachten
Het Steunpunt Architectuuropdrachten, onderdeel van Architectuur Lokaal, biedt (niet commerciële) ondersteuning aan iedereen die een architectenselectie moet uitschrijven. Je kunt gebruik maken van een digitale standaard (KOMPAS light) of je kunt je reeds uitgeschreven aanbesteding door het Steunpunt laten toetsen. Lees meer op:
http://www.ontwerpwedstrijden.nl/

Lilian Zeekaf-Verblakt
Communicatie PR & Marketing

Bron: Uitgave “Best Practices architectenselectie ZO KAN HET OOK!” van het Steunpunt Architectuuropdrachten ontwerpwedstrijden.

Washington D.C. in search of inspiration

Voor het New Communities Initiative, de revitalisatie van een aantal woonwijken in Washington D.C., is de locale overheid op zoek innovatieve adviseurs op het gebied van landschap, stedenbouw, architectuur en duurzame techniek, die het verkokerde Amerikaanse denken op inspirerende wijze kunnen openbreken en verder brengen dan tot nu toe het geval is.

The Deputy Mayor for Planning and Economic Development van Washington D.C. heeft daarvoor zijn blik gericht naar Nederland dat niet alleen een lange en rijke traditie heeft op het gebied van volkshuisvesting, maar ook actief is  met de implementatie van een duurzame aanpak in deze sector. 

De Nederlandse Ambassade in Washington D.C. heeft daartoe een gesprek georganiseerd tussen Brandon Mitchell, de project manager uit Washington DC., Henk Ovink, directeur RO en wnd. directeur-generaal van VROM en enkele gerenommeerde Nederlandse ontwerp- en adviesbureaus.

De interesse voor daadwerkelijke participatie van Nederlandse zijde is groot. Het gesprek zal op korte termijn een vervolg krijgen in de vorm van een missie, waardoor ter plaatse concrete contacten kunnen worden gelegd met de locale overheid, opdrachtgevers, beleggers, bewoners-vertegenwoordigers en locale partners.

Wij zijn geïntrigeerd en blijven betrokken. Het is een uitdaging om te fungeren als “eyeopener”; de “Americain way of thinking” te verbreden en mogelijk samen een mooie maar vooral een duurzame leefomgeving te creëren in het land van onbegrensde mogelijkheden.

Rob Brouwers [architect/directielid]